Een veelgehoorde verwachting onder automobilisten in Paramaribo is dat benzine aan de pomp flink goedkoper zal worden zodra Suriname in 2028 daadwerkelijk start met grootschalige olieproductie voor de kust.
Met de huidige prijs van ruim SRD 44 per liter – omgerekend ongeveer 1 euro – hopen veel burgers op directe verlichting van hun brandstofkosten zodra het land olie-exporteur wordt.
Maar is die verwachting wel realistisch? Volgens energie-analisten is het beeld genuanceerder.
Het feit dat Suriname straks zelf olie uit de zee haalt betekent niet automatisch dat de prijzen aan de pomp dalen. De olie die gewonnen wordt is namelijk bedoeld voor de wereldmarkt.
Ook zullen internationale bedrijven betrokken zijn bij de productie, verwerking en verkoop van die olie, wat betekent dat het grootste deel geëxporteerd en verhandeld wordt tegen internationale marktprijzen.
Bovendien is Suriname nog niet uitgerust met voldoende raffinagecapaciteit om zelf op grote schaal ruwe olie om te zetten in benzine.
Zonder eigen raffinaderijen moet de brandstof nog altijd worden geïmporteerd of extern verwerkt, wat kosten met zich meebrengt. Daar komt bij dat belastingen en accijnzen een aanzienlijk deel van de pompprijs bepalen.
Toch is er op lange termijn hoop. Met de juiste investeringen in infrastructuur en goed beleid zou Suriname op termijn wél lokaal kunnen profiteren van de olieopbrengsten.
Niet per se via lagere pompprijzen, maar mogelijk via subsidies, sociale programma’s of compensaties voor brandstofgebruik.
Voorlopig blijft het echter afwachten en is een forse daling aan de pomp in de nabije toekomst allerminst gegarandeerd.

Sheryl Gallant is hoofdredacteur van Notizia.nl. Met haar scherpe pen en oog voor detail weet ze complexe verhalen helder over te brengen.
Ze staat bekend om haar betrokkenheid bij de actualiteit en haar vermogen om nieuws toegankelijk te maken voor een breed publiek.