Met de camper door Scandinavië: een droomroute voor avontuurlijke 50-plussers

Soms heb je van die reizen die je altijd al wilde maken. Voor mij was dat een roadtrip door Scandinavië met de camper.

Geen vaste hotels, gewoon rijden en stoppen waar ik wil. Ik dacht altijd dat het onbetaalbaar zou zijn, maar verrassend genoeg viel dat reuze mee.

Mijn route begon in Denemarken. De eerste stop? Ribe, het oudste stadje van het land. Van daaruit reed ik via de iconische Öresundbrug Zweden binnen.

Wist je dat die brug 16 kilometer lang is en deels onder water verdwijnt? Een technisch meesterwerk! Volgens Visit Sweden kiezen steeds meer Nederlanders voor een campervakantie door het land, vooral vanwege de ‘Allemansrätten’: het recht om overal in de natuur te overnachten.

Vanuit Zweden reed ik Noorwegen binnen. En daar begon de magie pas echt. Bergen, fjorden en gletsjers zo ver je kunt kijken. De Atlantische Weg was een hoogtepunt: een weg die zigzagt over kleine eilandjes en volgens National Geographic een van de mooiste autowegen ter wereld is.

En het beste van alles? Kamperen in Scandinavië is supervrij. Volgens Visit Norway mag je met je camper gratis overnachten in de natuur, zolang je rekening houdt met de omgeving. Dus daar stond ik dan, met een kampvuurtje en uitzicht op een fjord.

Ik kan het iedereen aanraden: Scandinavië is de perfecte camperbestemming. Volgend jaar? Misschien IJsland!