Wanneer je aan een Surinamer vraagt hoe het met hem of haar gaat, luidt het antwoord vaak automatisch: “Het gaat goed.”
Maar achter deze reactie schuilt soms een andere werkelijkheid, één die zelden openlijk besproken wordt.
Uit onderzoek van Notizia.nl blijkt dat veel Surinamers moeite hebben om vrijuit te praten over hun persoonlijke problemen.
Of het nu gaat om financiële zorgen, gezondheidsproblemen of spanningen binnen het gezin: deze kwesties worden vaak binnenshuis gehouden.
De cultuur leert mensen om problemen in stilte te dragen en vooral ‘thuis op te lossen’. Dat maakt het lastig om echt in te schatten hoe het met iemand gaat.
Een belangrijke reden hiervoor is dat men anderen niet wil belasten, vreest voor roddel of zich simpelweg bezwaard voelt om zich kwetsbaar op te stellen.
In veel gevallen wordt daarom gekozen voor een algemeen en positief antwoord, zelfs als de realiteit anders is.
Het gevolg is dat familie, vrienden en zelfs buren pas laat merken hoe ernstig de situatie werkelijk is. Denk aan gevallen waarin iemand in een vergevorderd stadium van ziekte blijkt te verkeren, terwijl daar tot dan toe nauwelijks over is gesproken.
Toch roept deze houding belangrijke vragen op. Want als niemand weet dat je ergens mee worstelt, hoe kan er dan op tijd hulp worden geboden? En hoe kunnen gemeenschappen echt voor elkaar zorgen als openheid ontbreekt?
Psychologen in Suriname pleiten al langer voor meer ruimte voor kwetsbaarheid. Praten over problemen is volgens hen geen teken van zwakte, maar juist van kracht.
Het erkennen van moeilijkheden kan de eerste stap zijn naar herstel en onderlinge steun.
Misschien is het tijd dat de standaardvraag “hoe gaat het?” vaker wordt beantwoord met iets anders dan “goed” – en dat de samenleving ook écht leert luisteren naar het verhaal daarachter.
