Waarom is er zo’n groot verschil tussen merken vaatwastabletten?

Laatst dacht ik slim te zijn en kocht ik een doosje goedkope vaatwastabletten in de aanbieding. Ach, een tablet is een tablet, dacht ik. Maar na een paar keer draaien keek ik toch wat bedenkelijk naar mijn koffiekopjes.

Die doffe aanslag en vette randjes had ik eerder nooit. En toen begon ik me af te vragen: hoe kan dat nou? Waarom zit er zoveel verschil tussen merken vaatwastabletten?

Het blijkt dat er meer achter zit dan je denkt. A-merken stoppen er allerlei krachtige ingrediënten in, zoals enzymen tegen vet en zetmeel, en zelfs glansspoelmiddel en zout in één.

Die doen echt hun werk, zeker als je hard water hebt of je vaat graag brandschoon wil. Goedkopere tabletten besparen daarop. Begrijpelijk, maar dat merk je dus meteen.

Sommige tabletten hebben ook een slimme technologie, zoals laagjes die op verschillende momenten oplossen. Dat klinkt als sciencefiction voor je vaatwasser, maar het werkt echt.

Alleen zijn die tabletten wel wat prijziger. En dan heb je nog het verschil in hoeveel getest wordt. Grote merken testen hun tabletten onder allerlei omstandigheden. Huismerken doen dat vaak minder uitgebreid.

Wat ik ook niet wist: sommige tabletten zijn milieuvriendelijker, zonder fosfaten en met biologisch afbreekbare verpakkingen. Dat is fijn voor het geweten, maar meestal iets duurder.

Uiteindelijk komt het dus neer op wat je zelf belangrijk vindt. Voor mijn dagelijkse afwasje zijn die budgettabletten misschien prima. Maar als ik gasten krijg en wil dat alles blinkt, dan pak ik toch liever een A-merk. Je betaalt voor kwaliteit – en een beetje voor het mooie doosje.