Zodra ik land in Suriname, verlang ik naar dit eten

Elke keer als het vliegtuig de wielen op Zanderij zet, begint mijn maag al te protesteren. Niet van de honger, maar van verlangen. Want hoe lekker het eten in Nederland ook is, sommige smaken horen gewoon thuis.

Surinaams eten vind je tegenwoordig overal. In Amsterdam, Rotterdam, zelfs in België of Duitsland. Roti met kip? Geen probleem. Saoto soep? Genoeg warungs daar. Maar eerlijk is eerlijk: het smaakt nét anders.

Wat ik echt meteen wil eten als ik weer in Suriname ben? Herheri met bakkeljauw en gestoomde bananen. Dat traditionele gerecht met cassave, zoete patat, groene banaan en zoute vis. Het komt van onze voorouders, vooral uit de tijd van de slavernij, toen men kookte met wat er maar was. Eenvoudig, maar voedzaam.

En tóch… hoe vaak ik het ook in Nederland eet, in Suriname smaakt het beter. Misschien ligt het aan de verse ingrediënten. Of aan de lucht, het klimaat, de sfeer. Eten op een balkon in Paramaribo, met familie om je heen, doet iets met je.

Hetzelfde heb ik met zure sopropo met rijst en vis. In Nederland vind ik het vaak te zacht, of juist te bitter. Maar hier? Perfect in balans. Misschien zijn het de kruiden van oma, of de handen die al jaren weten hoe het moet.

Eten is niet alleen smaak. Het is gevoel, herinnering, thuiskomen. En soms proef je dat pas echt als je weer op Surinaamse bodem staat.

Herken je dit ook? Wat eet jij het liefst als je terug bent in ons mooie land?